Spelregels

Hieronder de belangrijkste badmintonspelregels, in zeer beknopte vorm.

Het speelveld:

(de hoogte van het net is 1,524 meter in het midden en 1,55 meter aan de randen)

 

Begin van de wedstrijd:

Voor de aanvang van de wedstrijd loten de beide partijen.
De winnaar van de loting heeft het recht:

  • De eerste service te doen;
  • De speelhelft te kiezen;
  • De eerste service niet te doen.

De verliezer van de loting krijgt daarmee de keus tussen elke overgebleven mogelijkheid. In de tweede en derde game van een wedstrijd mag die partij het eerst serveren die de voorgaande game heeft gewonnen. Na elek game wordt er gewisseld van speelhelft en in de derde set wordt er nog een keer gewisseld van speelhelft als één van de partijen op 11 punten komt.

 

Puntentelling:

  • Een wedstrijd wordt gespeeld om 2 gewonnen games;
  • Elke rally levert een punt op;
  • De partij die het eerste 21 punten scoort wint de game;
  • Als de stand 20-20 wordt, moet een game met 2 punten verschil worden gewonnen;
  • Als de stand 29-29 wordt, wint de partij die het 30ste punt scoort de game;
  • De partij die de game gewonnen heeft begint met serveren in de volgende game.

 

Enkelspel

De service wordt overeenkomstig het eigen aantal punten bij een stand van 0, 2, 4, 6… vanuit het rechterserveervak geslagen, bij een oneven stand vanuit het linkerserveervak. De service moet altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak worden geslagen. De tegenstander – ontvanger – moet in dit vak staan.

 

Dubbelspel

Voor de aanvang van de game beslissen de spelers wie als eerste gaat serveren c.q. ontvangen. De service wordt altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak geslagen. De speler van een partij blijft net zo lang serveren totdat zijn partij een fout maakt. Na elk punt wisselt de serveerder van serveervak. De ontvangende spelers behouden het voor hun puntenachterstand overeenkomstige serveervak.

Let op: wanneer tweemaal achtereenvolgens wordt geserveerd, mag nooit vanuit hetzelfde serveervak worden geslagen. Een ontvangende speler retourneert nooit twee achtereenvolgende services.

Bij service is de stand van de eigen score bepalend voor wie er serveert. Is de score even, dan serveert rechts, is de score oneven, dan serveert links.

Scoren en serveren:

  • Als de ontvanger een fout maakt, scoort de serveerder een punt. De serveerder serveert dan opnieuw, echter vanuit het andere serveervak.
  • Als de serveerder een fout maakt, scoort de ontvanger een punt. De serveerder verliest het recht van serveren en de ontvanger wordt dan de nieuwe serveerder.
  • Tijdens de dubbel en de mix is er maar één servicebeurt (een servicebeurt duurt net zo lang totdat er gescoord wordt door de andere partij, dan gaat de servicebeurt over).

 

Service

  • De serveerder mag niet serveren voordat de ontvanger klaar staat. Gebeurt dit wel en de ontvanger geeft aan nog niet klaar te staan en doet ook geen poging de shuttle terug te slaan dan moet er opnieuw geserveerd worden ofwel dit noemen we: Let.
  • Mag geen der partijen het slaan van de service onnodig vertragen.
  • Moet het racket van de serveerder eerst de dop van de shuttle raken, waarbij de shuttle zich geheel onder het middel van de serveerder moet bevinden.
  • Op het moment dat de shuttle wordt geraakt moet het racket van de serveerder zodanig naar beneden wijzen dat het gehele blad van het racket zich waarneembaar onder de hand bevindt waarmee de serveerder het racket vasthoudt.
  • De beweging van het racket van de serveerder moet ononderbroken voorwaarts gericht zijn totdat de service is geslagen.
  • Moeten de serveerder en de ontvanger binnen de lijnen schuin tegenover elkaar liggende serveervlakken staan, zonder de grenslijnen van de vlakken te raken en moeten beide voeten van de serveerder en ontvanger in contact blijven met de vloer totdat de service is geslagen.
  • Bij het dubbelspel mogen de partners gaan staan waar zij willen zolang zij de serveerder en ontvanger het uitzicht niet belemmeren.
  • Alleen de ontvanger mag de service terugslaan. Mocht de shuttle worden geraakt of geslagen door diens partner, dan scoort de serverende partij een punt.

 

Fouten

  • Beide voeten van de serveerder of ontvanger bevinden zich niet binnen het serveervak.
  • Het racketblad bevindt zich bij de service niet duidelijk onder de hand van de serveerder:
  • De shuttle valt na de service zonder dat de tegenstander hem heeft aangeraakt buiten het serveervak op de grond.
  • De shuttle komt buiten het speelveld terecht of wordt onder het net door geslagen.
  • Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn lichaam de shuttle of het net aan.
  • Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn racket het net aan.
  • De shuttle raakt bij de service het plafond (hoogte van de hal meer dan 8 m; anders opnieuw serveren).
  • De shuttle wordt tijdens de wedstrijd tegen het plafond of een ander voorwerp buiten het speelveld geslagen.
  • Een speler probeert zijn tegenstander te misleiden of te hinderen.
  • Een speler vertraagt op reglementair ongeoorloofde wijze de wedstrijd.

 

Er mag opnieuw gespeeld worden als:

  • De ontvangende partij nog niet klaarstond;
  • Niet duidelijk is of de shuttle in of uit was;
  • Er van buitenaf wordt gehinderd.

Algemeen geldt:

  • Er is geen sprake van een fout wanneer de shuttle tijdens een rally of bij een service het net raakt en toch reglementair in het speelveld valt.
  • Grenslijnen horen altijd bij het desbetreffende speelveld.